Punt-tot-punt-verbinding

Een punt-tot-punt-verbinding is een permanente verbinding tussen twee partners binnen een telecommunicatienetwerk. De tegenhanger van een dergelijke permanente lijn is inbellen, waarmee tussen verschillende partners een verbinding kan worden gemaakt, die na beëindiging van de oproep weer kan worden verbroken.

Vroeger ging het bij een dergelijke permanente verbinding om een fysieke verbinding. Hiervoor werd doorgaans een dubbeladerige koperen kabel van het ene eindapparaat naar het andere gelegd. Inmiddels wordt deze methode nog maar zelden toegepast.

Er wordt aanzienlijk vaker gebruikgemaakt van een virtuele verbinding. Hiervoor wordt geen afzonderlijke kabel gelegd, maar krijgen de gegevens van de permanente verbinding een logisch kanaal op een reeds beschikbaar overdrachtsmedium. Hetzelfde medium kan echter binnen andere kanalen door andere gebruikers van het netwerk worden gebruikt. Dit alternatief zorgt voor een aanzienlijk efficiëntere belasting van de bandbreedte.

Vroeger werd de punt-tot-punt-verbinding hoofdzakelijk voor telefoongesprekken gebruikt. Als twee deelnemers elkaar zeer regelmatig spreken, kan het nuttig zijn een permanente verbinding op te zetten, in plaats van steeds opnieuw verbinding te moeten maken. Zo kan enerzijds de verbinding met de betreffende gesprekspartner worden verbeterd en is het anderzijds mogelijk de gesprekskosten te verlagen als de lijn zeer regelmatig wordt gebruikt. Inmiddels wordt deze permanente verbinding ook vaak gebruikt voor toegang tot internet. Hiervoor wordt een leiding gelegd van de klant tot een vertakkingspunt (Point of Presence – PoP) van de serviceprovider. Met dit type internetverbinding is een hoge overdrachtssnelheid en een zeer stabiele verbinding mogelijk. Meestal wordt hiervoor een vast IP-adres aan de deelnemer toegekend. Een dergelijke permanente leiding biedt vooral een groot voordeel voor serverbeheerders. Ten eerste wordt via deze verbinding een hoge snelheid voor gegevensoverdracht en een stabiele internetverbinding gegarandeerd. Ten tweede is voor de server een vast IP-adres nodig om de diensten te kunnen aanbieden.

De permanente lijn wordt meestal gehuurd. Hiervoor wordt, onafhankelijk van het gebruik, een vaste prijs berekend. De kosten van deze leiding hangen af van meerdere factoren. Vooral de lengte van de leiding en de bandbreedte spelen een belangrijke rol. Bovendien is natuurlijk de aanbieder die de leiding beschikbaar stelt bepalend voor de kosten. Bij permanente leidingen voor de aansluiting op internet is niet alleen de leiding naar het vertakkingspunt van de provider nodig. De serviceprovider moet via dit vertakkingspunt ook de gegevens beschikbaar stellen. Ook hiervoor moet de klant betalen.

Voor de permanente leiding wordt vaak dubbeladerige koperkabel gebruikt. Het gewone telefoonnetwerk bestond lange tijd uit dergelijke kabels. Ze maken een overdrachtssnelheid tot 2 Mbit per seconde mogelijk. Voor hogere overdrachtssnelheid werd voorheen meestal coaxkabel gebruikt. Dergelijke kabels worden bijvoorbeeld ook voor kabeltelevisie gebruikt. De kabel bestaat uit een binnenleiding, een isolatielaag een buitenleiding die tevens als beschermlaag dient. Vooral voor hogere overdrachtssnelheden, worden inmiddels echter verbindingen via optische vezels, beter bekend als glasvezelkabels gebruikt. Vanwege de zeer hoge overdrachtssnelheid die door dit medium mogelijk wordt gemaakt, stellen veel aanbieders een datalimiet in. Steeds vaker wordt ook de zogeheten Dark Fibre verhuurd. Hierbij wordt alleen de kabel geleverd. De klant moet in dit geval zelf over de benodigde apparatuur voor de overdracht beschikken.